Richard Proudley

Richard Proudley

Opleiding
Architectuur
Lichting
2019
E-mail
rsproudley@gmail.com

AN (EXTRA)ORDINARY ROW OF HOUSES
Een vertaling van de onbeschreven romantiek van het opgroeien in een rijtjeshuis

Ik ben opgegroeid in een doodnormale rij woningen in een doodgewone straat. In het alledaagse van mijn herinneringen aan dat huis blijkt een verborgen romantiek te schuilen. Negen uitgeschreven herinneringen vormen de basis van dit plan. Uit de herinneringen is het  ontwerp geboetseerd.

Op de oevers van de straat waar ik opgroeide ligt een stuk niemandsland gevuld met verloren volkstuinen. Ooit stond hier een boomgaard met populieren, iepen en esdoorns waar ik vroeger boomhutten bouwde. Alleen via de poorten en het achterom van de straat kon je bij het niemandsland komen. Nu wordt het stuk land nog geflankeerd door overgebleven populieren en een onoverbrugbare sloot. Verdeeld over het stuk niemandsland komen negen ensembles voor nieuwe rijtjeshuizenaren. De generatie die er is opgegroeid en is weggegaan, komt er weer terug, net als ik. De herinneringen aan wat was, zijn vertaald in wat is.

Over de sloot geven stenen bruggen die in het verlengde van de poorten liggen, toegang tot het verloren niemandsland. Grijs-witte berken maken er weer een boomgaard van; een stenen, uniforme massa ligt erin verspreid. Zodra je het bruggetje aanraakt en door de rij populieren steekt, kom je thuis. In de boomgaard, tussen de ensembles zijn collectieve bloementuinen te vinden, waar moeders met hun zoon kunnen wandelen. 

De ensembles zijn van steen, het materiaal dat het publieke domein definieert. Verschillen in patronen en kleine hoogtever¬schillen geven subtiel de grenzen binnen deze stenen kamers aan. Het berkenbos loopt door in de ensembles waar de wortels uiteindelijk de patronen van steen zullen vervormen. Vanuit de stenen kamers betreed je de houten hut. Daar heerst geborgenheid. De woonkamers vormen de overgangszone tussen de meer publieke en de private ruimtes. Vanuit de houten hut kijk je altijd naar een paar grote vriendelijke berken. Op de begane grond kijk je langs de afbladderende stammen terwijl je boven uitkijkt over het dakenlandschap terwijl de kruinen van de bomen voor beschutting zorgen. In de houten hut kraakt de vloer en de trap, een deur schiet er in de winter uit het niets open. De houten hut is een zolderkamer, de meest beschutte plek van het plan waar je in de grote vensters zit en langs de kruinen van de berk de wolken voorbij ziet gaan.

Afstudeercommissie: Jo Barnett (mentor), Vibeke Gieskes, Jo van den Berghe en Uri Gilad.

Terug naar lijst
Delen