Niek Smal
Watertrots
Een duurzame toekomst voor zoetwaterverslaafd Noord-Holland
De zomer van 2018 staat veel mensen nog in het geheugen gegrift: de recordzomer, de warmste zomer in drie eeuwen tijd. Mensen genoten van deze warme periode, maar er waren ook negatieve aspecten: uitdrogende dijken en opdrogende natte natuur, schade aan landbouw en belemmering van het transport door de lage rivierstanden. Ook heeft de droogte de drinkwaterwinning uit oppervlaktewater van het IJsselmeer belemmerd.
De échte achterliggende opgave is de huidige organisatie van het zoet oppervlaktewatersysteem. De waterkwaliteit van het IJsselmeer wordt sterk beïnvloed door de grote hoeveelheden water welke door de waterschappen van de aanliggende provincies wordt afgenomen. Deze provincies gebruiken dit IJsselmeerwater voor het nat houden van dijken (stabiliteit) en natte natuur, peilhandhaving, irrigatie en het doorspoelen van het zout in provinciaal oppervlaktewater. Door deze grote afname van zoet water door de waterschappen ontstaan watertekorten op het IJsselmeer en neemt de zoutconcentratie toe. Vandaag de dag is dit al een probleem, maar met de grote veranderingen in het klimaat in het vooruitzicht ontstaat een volkomen onhoudbare situatie. Actie is broodnodig.
Binnen dit afstudeerplan wordt verder ingezoomd op Noord-Holland. Deze provincie, waarvan de belangrijkste en meest veeleisende gebruikers de agrariërs zijn, kan niet functioneren zonder de aanvoer van grote hoeveelheden zoet oppervlaktewater. Noord-Holland is zoetwaterverslaafd!
Antwoord op deze problematiek wordt gegeven door de strategie ‘Watertrots’. Het geldende watersysteem en de onderliggende landschapstypen geven richting in de opdeling van de provincie Noord-Holland. Hierdoor kunnen per regio specifieke oplossingen aangewend worden om zoetwaterverslaafd Noord-Holland van de ‘tap’ te halen. Daarnaast wordt de strategie ingezet als vliegwiel om ook overige opgaven voor Noord-Holland als bodemdaling, energie-, eiwit- en landbouwtransitie aan te pakken. De maatregelen voor de regio’s verschillen van rigoureus en innovatief tot fijnzinnig met minimale impact op de beleving en het gebruik van het landschap. De belangrijkste ingreep met de grootste gevolgen is de opdeling van het Noord Hollandse boezemsysteem in een zoete en een zoute boezem, waardoor jaarlijks grote hoeveelheden zoet oppervlaktewater uitgespaard worden, wat anders ingezet zou worden voor het veenbehoud middels nathouden.
Ten slotte wordt middels de uitwerking van droogmakerij de Schermer, aangetoond hoe de strategie Watertrots zou kunnen landen op kleinere schaal en kan leiden tot ruimtelijke ingrepen in het landschap. Door de introductie van de Schermer Landschapsboezem, welke fungeert als seizoensberging, wordt de Schermer zelfvoorzienend in haar zoetwaterbehoefte.
Naast de voorziening in voldoende zoet en schoon water, heeft de implementatie van deze landschapsboezem een absolute meerwaarde voor de regio op het vlak van recreatie, natuur en woningvraag. Ook speelt de introductie van de landschapsboezem een cruciale rol bij de lancering van de transitie van gangbare landbouw naar kringlooplandbouw.
Middels het plan Watertrots wordt zowel op provinciaal niveau als op regionale schaal aangetoond hoe Noord-Holland kan functioneren zonder de aanvoer van extern zoet oppervlaktewater en hoe dit de ruimtelijke kwaliteit versterkt. Hiermee wordt geanticipeerd op de onzekere en onheilspellende toekomst. In 1600 was Noord-Holland al een vooruitstrevende en innovatieve waterprovincie. In 2100 is Noord-Holland opnieuw Watertrots!
Afstudeercommissie: Roel van Gerwen (mentor), Jorryt Braaksma, Hank van Tilborg
Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Yttje Feddes, Marit Janse