Michael van Bergen

Michael van Bergen

Opleiding
Architectuur
Lichting
2016
Website
http://vanbergenarchitectura.nl/
Contact
LinkedIn

Nieuw Leven voor de Dood

Dit afstudeerproject geeft een antwoord op de vraag hoe we in onze samenleving op een eigentijdse manier kunnen omgaan met de dood. Nu bannen we de dood het liefst uit onze gedachten, uit ons dagelijks leven en uit onze stad. Dit verbannen vindt haar oorsprong tussen de 17e en 18e eeuw met het ontstaan van angst voor de dood, gevoed door het christelijk geloof en grote epidemieën. 

Als ontwerper, maar ook als mens met een voorliefde voor wezenlijke dingen, heb ik in dit project onderzocht hoe we dood weer kunnen verbinden met het leven.

Ik wilde een gebouw maken in Amsterdam voor Amsterdam. Daarom ben ik op zoek gegaan naar het 'voelbare leven' in de stad en heb ik dit vertaald naar ruimtelijke principes.

Thema's zoals routing, licht, materiaal, maar ook fysieke aspecten spelen een grote rol in mijn gebouw; met als doel het gebouw zich dienend te laten opstellen en mensen te stimuleren om op eigentijdse manieren om te gaan met de dood.'

Afstudeercommissie: Laurens Jan ten Kate (mentor), Ira Koers, Jeroen Atteveld. Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Lada Hrsak, Rik van Dolderen. 

Toelichting
In het christelijk geloof is de dood in de loop der eeuwen getransformeerd van een positieve gedachte naar een angst voor lijden. Angst is de emotionele drijfveer geworden voor de omgang met de dood. De angst manifesteerde zich in het bijzonder in en rond kerkgebouwen, omdat de kerk ook de plek was om je te ontdoen van die angst. De kerkgemeenschap positioneerde zich hierdoor als een door een sociaal collectief gedragen instantie om invulling te geven aan het leven en de dood. Wat we nu zien, is dat wij geen centrale plek noch een door een sociaal collectief gedragen instantie meer hebben. Dit komt deels door de ontkerkelijking - waar de kerk naast het inboezemen van angst ook handvatten bood voor het omgaan met de dood - en door individualisering.

Als gevolg van de individualisering en de ontkerkelijking werd de zorg voor de overledene geprofessionaliseerd en namen beroepskrachten de uitvaart over. Dit betekende de opkomst van de mortuaria, crematoria en uitvaartcentra. In deze professionele praktijk was weinig aandacht voor de collectieve kant van de uitvaart. Symbolen en rituelen werden steeds meer gestandaardiseerd, wat ervoor gezorgd heeft dat er nog minder sociaal draagvlak is.

Door deze aspecten zijn we de omgang met de dood kwijtgeraakt en weten we ons geen raad met dit fenomeen. Om de dood weer een plek in de samenleving te geven moeten we opnieuw een collectieve, emotionele drager en een centrale plek creëren waar de dood weer zijn betekenis vindt.

Deze centrale plek moet een plek zijn, waar je langs beweegt, contact mee maakt, fysiek, een plek op je dagelijkse route. De collectieve, emotionele drager voor de dood moet ook een collectieve, emotionele drager zijn voor het leven. 

Van angst naar hoop en van hoop naar Nieuw Leven voor de Dood.

Terug naar lijst
Delen