Donald Marskamp

Donald Marskamp

Donald Marskamp haalde recent de titel Master of Arts in Landscape Architecture (MLA) aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam, na eerdere studies van de lagere, middelbare tot het hoger groenonderwijs, zal het in deze lerende maatschappij niet z'n laatste studie zijn. Maar voorlopig zal hij zich gaan richten op zijn eigen bedrijf - studio MARS, laboratorium voor ruimtelijke ontwerp - Wat de fascinaties voor architectuur, landschap en kunst samenbrengt. Zijn atelier in het Gele Gebouw www.hetgelegebouw.com te midden in het Zomerhofkwartier in Rotterdam. In deze microcosmos van makers, denkers en doeners, werkt studio mars in samenwerkingen aan opgaven en experimenten.

Landschapsarchitect donald marskamp ziet het landschap als een traag levend kunstwerk. Waarin hij de poëtische schoonheid van het bestaande landschap onderzoekt en gebruikt. Hij werkt graag op het raakvlak tussen architectuur, landschap, interieur en kunst. donald zoekt de spanning op van het tactiele van de natuur met de mathematische systemen en structuren bedacht door de mens.

Hij laat zich niet afleiden door nieuwe technologieën, complexe participatieprocessen of door provocatieve standpunten. Maar gaat voor ontwerpen die omarmd worden door het landschap of de stedelijke biotoop, waarin de schoonheid eenvoudig, authentiek en sensitief is en opgaan in de atmosfeer van de plek

Dit in enerverende samenwerkingen, met het doel een mooier en onverwachts (stedelijke) landschap te maken om in te leven.

caldic collectie - gevangen in 97º

Een buitenplaats is van oorsprong een ‘buiten’, het tweede verblijf voor de landeigenaar. Het wordt gekenmerkt door zijn objecten en inrichting die niets anders dan het doel hebben tot vermaak, avontuur, mystiek, rust, verlichting of romantiek.

Dat is ook de opzet geweest bij Voorlinden in de binnenduinrand bij Wassenaar. Een buiten voor notabelen uit de regio van Den Haag. In de recente geschiedenis is de gebruiker en het landschap van Voorlinden verder af komen te staan van het oorspronkelijke gebruik. Met de aankoop van de buitenplaats door Joop van Caldenborgh en zijn doel om er een museum voor zijn Caldic Collectie te stichten. wordt er weer teruggekeerd worden naar de oorspronkelijke functie van vermaak. Buitenplaatsen worden om hun totale complex geroemd, waarin landschap en gebouw als één samenhangend geheel ontworpen is. In mijn meesterproef zie ik het landschap van de locatie, de kunstcollectie en de architectuur ook als één geheel en bekijk als een regisseur met de positie en reikwijdte van een holistisch ontwerper de gehele opgave.

De basis van het ontwerp wordt verbeeld in een samengesteld tableau uit het schilderij ‘Vogelconcert’ van Melchior de Hondecoeter als exponent voor de rijke buitenplaatscultuur ten tijden van de Gouden Eeuw. En een reliëfwerk van Jan Schoonhoven als representante van de Nulkunst uit de jaren 60. Hier wordt het contrast tussen de kleurrijke atmosfeer en de romantiek van de buitenplaats en zijn landschap, naast het minimalistische en mathematische uit de basis van de Caldic Collectie gevangen. Dit contrast en bijhorende spanning blijft in alle lagen van het ontwerp voelbaar.

Als ordeningsprincipe voor de nieuwe ruimtelijke toevoegingen is een grid gebruikt. Dit grid is opgebouwd vanuit de twee hoofdassen van zowel het huidige landhuis en verhoogde tuin als van het voormalige landhuis en zijn classicistische en landschappelijke tuin leidend. Dit grid, emotieloos en gelijkmatig komt uit op een raster van 97 graden, geen vierkanten cellen maar parallellogrammen.

De ruimtelijke toevoegingen in de buitenplaats bestaan uit staande en liggende vlakken. Een maquette met 64 vlakken, representante van de kubus dient als ‘machine’ voor de ruimtelijke werking van het museumlandschap. Dit is geïnspireerd op het project ‘incomplete open cubes’ van kunstenaar Sol LeWitt. Vanuit de conceptual art en de Zero(nul)groep werd het scheppingsproces door een kunstenaar volkomen onbelangrijk en oninteressant gevonden. Dat kan een machine ook, het persoonlijke zit in de gedachte en niet in de fabricage. Sol LeWitt noemde dit ‘the idea becomes the machine that makes art.’

Het grid en de ‘machine’ zijn wiskundig, de plaatsing van de vlakken is daartegenover gevoelsmatig en bedacht vanuit het landschap en de emotie. Er ontstaan tien constellaties van vlakken en een zestal environment op de buitenplaats. Deze gaan een relatie met de buitenplaats en de kunstcollectie aan. De scenografie en beleving van de kunst is gekoppeld aan het landschap. De ervaringen en uitstraling ervan kan je gemoedstoestand beïnvloeden, je sturen in gedachten, of anders naar dingen laten kijken. Deze ervaringen en mogelijkheden wat de verschillende typen landschappen op de buitenplaats en grote diversiteit aan kunst kan bieden, wordt gebruikt om de collectie verspreid over de buitenplaats te groeperen in de verschillende constellaties.

Geen statische plek ergens op de buitenplaats voor de collectie, maar een museum dat reageert en de interactie aangaat met het gehele landschap, de atmosfeer van de buitenplaats en beïnvloedt wordt door de kunstcollectie. Het museum verlaat het gebouw, neemt de kunst mee en wordt opgevangen in het landschap.

Terug naar lijst
Delen