Iris Zoon
- Contact
- LinkedIn
De deur op een kier
wonen met oog voor de ander
De deur op een kier is een project over wonen met oog voor de ander. Het belicht een manier van samenwonen waarbij delen centraal staat. De woning is daarbij de goede voorwaarde die mogelijkheden schept tot verbinding. Dit project heeft geleid tot het ontwerp van een nieuw type schakelbare woning waarbij de beleving en keuzevrijheid van de gebruiker centraal staat.
Belangrijke bron van inspiratie kwam van de 17e eeuwse schilderijen van Pieter de Hooch. Zijn interieurs zijn een feest om te bewonderen. ‘Wie wil er niet in zulke kamers wonen?’
De kamers zijn rijkelijk versierd met tegelvloeren in patronen, kleurige wanden voorzien van kunstwerken en bieden doorkijkjes naar binnenplaatsen, tuinen en straten. De schilderijen zijn vaak zo gelaagd, het geeft mij het gevoel dat er veel te ontdekken valt. Je raakt er niet door uitgekeken.
Ik heb gekeken naar zijn stad, zijn binnenplaatsen en doorkijkjes. Het gaf mij inspiratie voor dit woongebouw. Zoals de personages in het schilderij, zo staan ook de gebruikers in dit gebouw centraal. Zij mogen zich in het gebouw thuis voelen en verwonderen.
De woning heeft een kern van vaste functies: badkamer, keuken, bedstee. Het is een object in de woning die een heldere scheiding maakt tussen privé en collectief. De kern is het centrale element waaromheen én waarmee de bewoner vrij kan bewegen. Dat bewegen doet de bewoner door luiken en panelen naar wens te openen, sluiten of op een kier te zetten.
Daarnaast beschikken elke twee woningen over één deelkamer. De deelkamer is daarmee de eerste vorm van delen waarmee bewoners worden geconfronteerd. Zij moeten in overleg met de buren over het gebruik van deze kamer. Het zet bewoners aan het denken en schept verbinding.
Een regel uit het gedicht ‘Laat paar’ van Judith Herzberger laat goed zien hoe twee verschillende werelden bij elkaar komen. Het stelt de vraag hoe het ene het andere ontmoet en welke samenhang er is.
“Will there be a net en wit geschilderd hek between their two
such different wildernesses?”
Dat hek moest wat mij betreft verdwijnen en plaatsmaken voor een doorgang of ten minste worden voorzien van een poort. Om bewoners bewust te laten zijn van deze overbrugging is de deelkamer cruciaal.
Na het maken van de woning zijn gedeelde ruimten toegevoegd en is het ensemble gekneed tot het geheel op natuurlijke manier in zijn omgeving paste. Uiteindelijk resulteerde dat op een locatie in Hoorn tot het maken van drie woonblokken die onderling verbonden zijn met loopbruggen. Tussen de blokken is een wandelroute gemaakt voor buurt bewoners. Elk blok opent zicht naar het gezamenlijke hof en heeft een ‘voortuin’ aan het hof. Het sluit aan het gebied wat in de zeventiende en achttiende eeuw een geliefd wandel gebied met prachtige pleziertuinen, parken en moestuinen was.
In materialisatie en geveldetail verhoudt het gebouw zicht tot Hoornse context, zonder traditioneel te zijn. Het gebouwblok heeft een lichte meandering en de gevel heeft een ritmiek door metselwerk penanten die verwijzen naar de oud Hoornse metselwerk lijsten en kronen.
Ik heb geluisterd naar de Hoornse inwoners en gekeken naar haar oude metselwerk. Met dat in gedachten is dit project tot stand gekomen. Daarom afsluitend het gedicht van Peter Besseling over Hoorn. Uit: Oud Hoorn, Den Uitgelezen Hoorn, Hoorn in 400 jaar poëzie, Rien Bonte, 1991
Zien
van jou
het oude hoorn
statige oma
geniet ik
op afstand
je bent een warm hart
dat doorklopt in het jonge
koude nieuwbouwsteen
jij baarde in mij
oud-hoorn
statige oma
een ogenmens.
Afstudeerdatum: 3 februari 2025
Afstudeercommissie: Judith Korpershoek (mentor), Vincent Kompier, Maarten Vermeulen
Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Elsbeth Falk, Jochem Homminga