Vito Timmerman

Vito Timmerman

Waterkracht

Een adaptieve visie voor de Zenne als fluviale commons

 

'Het lelijkste land ter wereld', zo luidt de pamflet van architect Renaat Bream in 1968. Het stuk is een kritische lezing over de stedenbouwkundige wanorde van België, tot stand gekomen dankzij een wederopbouwpolitiek die de opgave bij de Belgische huishoudens legde. Naast een kritiek doet het ook een oproep om de gevolgen van de wildgroei en versnippering van het Belgische landschap te overwinnen. Maar meer dan 50 jaar later zijn de ruimtelijke problemen en opgaves enkel toegenomen. Met mijn afstuderen wil ik een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke vraagstukken die in België spelen en het vergroten van de affiniteit met landschap. 

Het versnipperde bebouwde geheel dat België vorm geeft, is moeilijk te behouden met de toekomstige uitdagingen. De ruimtelijke structuren werken momenteel op verschillende manieren naast elkaar, er is nood aan samenhang en holistische benaderingen. De transitie die België komende jaren zal moeten ondergaan vormt een interessante opgave. Met mijn afstuderen heb de waterstructuur als basis genomen, deze is in zijn essentie al een verbonden systeem, of zou dat moeten zijn. En biedt daarom het ideale startpunt om de ruimtelijke versnippering aan te pakken. Voor mijn afstudeerlocatie heb ik de Zennevallei gekozen. Deze ontspringt in Wallonië, vloeit door/onder Brussel en mondt uit in Vlaanderen, waar het richting zee stroomt. 

Tijdens mijn afstuderen ben ik gestuit op een grote waterbouwkundige opgave. Momenteel werkt de Zenne samen met het kanaal Brussel-Charleroi. Een extreme bui in 2010 heeft duidelijk gemaakt dat het watersysteem niet toekomstbestendig is. Mijn afstuderen doet een voorstel hoe we de Zenne als adaptieve klimaatbaken terug door de vallei kunnen laten stromen en daarmee de gehele vallei ruimtelijk beter maken. Hiervoor gebruik ik de dynamische ruimte van de rivier als een middel. Waarbij door eenvoudige interventies ingegrepen wordt in verschillende onderdelen van de rivier. Bovenstrooms, voor de bebouwde gebieden en in de bebouwde gebieden, samen zorgt mijn strategie ervoor dat de vallei bestand is tegen een toekomstige T100 bui.  

Bij alle delen bestaat de ingreep uit een harde en zachte interventie. De harde interventie krijgt vorm door het aanbrengen van muren, Zennemuren. De zachte interventie is het aanbrengen van reliëf en hoogteverschillen. De Zennemuren zijn zo geënt op de rivier dat ze bij elk deel een andere functie vervullen. Maar bij elke ingreep vormen de muren een knooppunt tussen mens en rivier. De zachte interventies verrijken het gradiënt van de rivier, de glooiingen en hoogteverschillen zorgen voor het ontstaan van verschillende habitats voor fauna en flora. In een watertafel zijn de verschillende interventies en ruimtelijke ingrepen getest en ontworpen.  

Er zijn 3 verschillende deelgebieden van de strategie nader uitgewerkt. Waarbij bovenstrooms een interventie wordt gedaan in de rivier, die dorp terug verbindt met zijn landschap. Voor het bebouwd gebied een interventie wordt gedaan langs de rivier, die de stadsrand terug betekenis geeft. En in het bebouwde gebied een interventie wordt gedaan aan de rivier, welke een parkeeras naar een parkas transformeert. Dit alles lost niet enkel de grotere wateropgave op, maar verbetert ook de affiniteit met de Zenne als rivier. Het resultaat is een vallei die werkt met zijn rivier, een vallei waar het water terug in zijn kracht staat. 

 

Afstudeerdatum: 23 augustus 2022 
Afstudeercommissie: Yttje Feddes (mentor), Claire Laeremans, Dingeman Deijs
Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Marieke Timmermans, Dirk Sijmons 

Terug naar lijst
Delen