James Heus

James Heus

Opleiding
Stedenbouw
Lichting
2021
E-mail
james@jamesheus.com

De Duivendrechtse Poort

Vooruitzichten voor de wijken van de toekomst


Amsterdam: een stad waar de huizenprijzen sneller stijgen dan de gemiddelde inkomens, waar locaties zo schaars zijn dat men overweegt boven de sporen te bouwen, nadat in het IJ al kunstmatige eilanden zijn aangelegd en bedrijvigheid steeds verder naar het westen wordt verplaatst.

Het Zuidas-dok laat zien dat stapeling boven infrastructuur niet eenvoudig en zeer kostbaar is. Wonen dichtbij stations in de buurt is echter heel belangrijk voor een betere bereikbaarheid en voor vermindering van het autogebruik en -bezit. Vaak wordt er eerst gebouwd en komt jaren later pas het openbaar vervoer. Er zijn echter meerdere plekken in de stad die goed ontsloten zijn door trein en/of metro maar waarvan het ruimtegebruik niet optimaal is. Gedateerde kantoren en andere bedrijfsgebouwen, verlaten terreinen, slecht toegankelijk groen: de rafelranden en restgebieden van Amsterdam maar wel met een treinstation of metrohalte.

Uit ruimtelijk onderzoek komen vijf deelgebieden naar voren die in potentie geschikt zijn voor grootschalige nieuwbouw rond bestaande stations en haltes, op korte en middellange termijn. Terwijl veel woon- en werkgebieden pas jaren na voltooiing hun openbaar vervoer kregen, hebben deze stopplaatsen nooit hun stabiele wijken en buurten gekregen. Hoe dat komt? Door railinfrastructuur pas naderhand aan te leggen, wat in Nederland gebruikelijk is, verrijzen stations vaak buiten het stedelijk gebied. Infrastructuur krijgt hier de ruimte, wat resulteert in monofunctionele verkeersgebieden rond opstelsporen, rangeerterreinen en viaducten, alles in eigendom van de NS met haar eigen belangen.

Hier ontwikkelen is zeker gecompliceerd maar is het lastiger dan eilanden opspuiten, havenbekkens graven of een Noord-Zuidlijn aanleggen? Er komt een moment dat deze complexe locaties in beeld komen en stedenbouw en railinfrastructuur weer over elkaar heen worden gelegd, wat in andere metropolen zoals Stockholm, Parijs en Hongkong al gebruikelijk is.

Dat is de opgave voor dit onderzoek: één van de vijf locaties als voorbeeld nemen voor een studie naar stedelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Er is gekozen voor de meest extreme locatie: station Duivendrecht, een ongelijkvloerse kruising van sporen en metrolijnen naast een pastorale dorpskerk. Welkom in de Metropoolregio Amsterdam!

De Duivendrechtse Poort gaat inzetten op verschillende vormen van collectiviteit – in een hogere dichtheid dan die we kennen van de binnenstad: van FSI 1,9 naar FSI 4,2. Dat betekent nog meer ruimte voor ontmoeten. Niet alleen op straat, maar ook in natuurlijk en klimaatadaptief ingerichte binnenhoven, gezellige buurtpleinen en een grote, groene weide die het hart vormt van deze nieuwe buurt.

Ontmoeten doen we in de toekomst niet alleen op het maaiveld, maar ook nog eens op niveau.Het wordt een paradijs voor de voetganger, waarbij deze zelf de keuzevrijheid heeft om zich voort te bewegen door het gebied. Dat kan door de groene straten, waarbij men altijd het gevoel heeft nog steeds door het landschap te lopen. Of op niveau, met de toegang tot super gave daktuinen en -terrassen, waardoor je het gebied op een hele andere manier kan ervaren.Dit alles is vormgegeven in een sterk casco van natte en groene openbare ruimte. Hier leef je echt gezond als nieuwe Amsterdammer!

De focus op typologie is de meest valide manier om in hoog tempo te ontwerpen en te bouwen. Door het stadsblok Amsterdam als uitgangspunt te nemen en te combineren met de hogere typologieën die zich al in het buitenland hebben bewezen, is er eindelijk een antwoord op de woningnood waar stad en land anno 2020 mee te maken hebben.

Stel je voor dat slechts de helft van de 912 hectare herontwikkeld zou kunnen worden voor huisvesting of gemengd gebruik, dat maakt het mogelijk om meer dan 220.000 mensen te huisvesten. Dat is hetzelfde aantal mensen dat in Almere woont – en allemaal gerealiseerd binnen het huidige stedelijke weefsel. Met meer ruimte voor het woonexperiment, ander soort dichtheden en nieuwe typologieën. Allemaal gecentreerd rond bestaande knooppunten in het stadsnetwerk.

 

Afstudeerdatum: 24 september 2020
Afstudeercommissie: Hiroki Matsuura (mentor), Thijs van Spaandonk, Johan Galjaard
Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Ad de Bont, Hein Coumou

 

Terug naar lijst
Delen