Astrid Bennink

Astrid Bennink

Contact
LinkedIn

Het kleine-economie landschap. De maakindustrie als motor voor landschappelijke ontwikkeling

Veel Zuid-Europese regio’s verkeren - zowel ecologisch als economisch - in diepe crisis. Daar waar landbouw eeuwenlang het enige levensbestaan was, lijkt de hoop verkeken. Mensen trekken naar steden en laten het landelijk gebied voor wat het is. De Italiaanse kustregio De Marken kent een bijzondere ontstaansgeschiedenis met een kleinschalig, agrarisch landschap dat door de inwoners intensief werd verzorgd. Fruit, olijven, granen en groenten werden in rijen door elkaar geteeld.

Sporen van het oude cultuurlandschap zijn nog duidelijk aanwezig, zoals de structuur van oude landwegen en historische boerderijen op heuveluitlopers. Met het verdwijnen van het eeuwenoude deelpachtsysteem mezzadria zijn er dingen veranderd. Agrarische bedrijven groeien jaarlijks aanzienlijk terwijl zij, tegelijkertijd, veel nog doen zoals vroeger. De werkelijkheid treedt steeds meer op de voorgrond: lege huizen en ernstige gevolgen van erosie worden zichtbaar. Er is een gebrek aan samenhang tussen oud en nieuw. Als de huidige trends doorzetten en er voor het landschap geen duidelijk toekomstperspectief komt, zal de waarde van het gebied steeds verder afnemen.

Kansen
In De Marken is de maakindustrie een belangrijk onderdeel van de lokale economie. Wereldwijd is er vraag naar typische (kwaliteits)producten zoals bijvoorbeeld handgemaakte schoenen of muziekinstrumenten. Deze maakindustrie bestaat uit familiebedrijven van verschillende formaten en is van oudsher sterk verweven met het agrarisch bedrijf. Individuele familie-huishoudens vormden gesloten economieën, waarbij de familieleden nagenoeg alles - van voedsel tot kleding tot meubels - zelf maakten. Traditie en vakmanschap is op het platteland ontstaan. De band met het land is door ongewijzigde eigendomssituaties altijd gebleven. Dat maakt dat opvallend veel jonge mensen zich met (duurzame) landbouw bezig houden, anders dan hun ouders die zich - door verhalen over armoede - juist afzetten tegen het boerenleven.

Het project
In dit afstudeerproject wordt de actieve, lokale maakindustrie ingezet om het landschap (opnieuw) in gebruik te nemen. De toenemende interesse in duurzame landbouw onder de jonge generatie is daarnaast de motor die nieuwe ontwikkelingen in gang zet. Door de aanwezige krachten en processen te regisseren, kan binnen tientallen jaren een levendig en toekomstbestendig gebied ontstaan met tevens een recreatief perspectief, en waar ook nog eens de natuurlijke diversiteit terugkeert. Een gebied dat, in plaats van als achterloper, als voorbeeld beschouwd kan worden.

Het Kleine-Economie Landschap is een ontwikkelstrategie die de sluimerende ondergang van het landschap uit de weg gaat en de mogelijkheden ervan verkent. Niet zozeer door de komst van nieuwkomers, maar door het verhaal achter het landschap te vertellen. En door de kracht van de mensen en de lokale economie te benutten.

Afstudeercommissie: Karen de Groot (mentor), Harro de Jong, Silvia Lupini. Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Mirjam Koevoet, Saline Verhoeven.

Terug naar lijst
Delen