Marjan van Herpen

Marjan van Herpen

Opleiding
Architectuur
Lichting
2015

Present

Dit is een afstudeeropgave waarin ik mezelf een fictieve opdracht stel; die dan natuurlijk gaat over wat ik wil en kan betekenen als architect. Ik wil iets wat ik niet begrijp, tastbaar maken, vanuit m’n eigen vakgebied. En ik wil de huidige situatie aan de kaak stellen, zichtbaar maken wat wij, als Nederlandse samenleving, doen.

Eerder op de Academie heb ik een onderzoek gedaan naar het verblijf van vluchteling tot vreemdeling; een onderzoek naar hoe Nederland de mensen die hier asiel aanvragen fysiek opvangt. Tijdens dit onderzoek kwam ik erachter dat er mensen verdwijnen uit het systeem. Sommige vreemdelingen zijn op het moment dat ze uitgezet moeten worden, verdwenen in de anonimiteit, maar niet vertrokken. Anderen kunnen niet worden uitgezet omdat ze niet meewerken, of omdat het land van herkomst ze niet erkent, of omdat het daar te gevaarlijk is om te worden teruggestuurd. Illegalen mogen er juridisch gezien niet zijn, feitelijk zijn ze wel degelijk aanwezig. Het Rijk zou voor een sluitend opvang/uitzettingsbeleid zorgen en de gemeenten hebben daarom hun opvangplekken opgeheven. Maar er zit een gat in dit beleid. En in dat gat zitten mensen.

Een ruimtelijk manifest
De opgave is een ruimtelijk manifest te maken voor dit schemergebied van mensen die er zijn en die er niet mógen zijn. Een verhalend teken, zichtbaar, voor mensen die zich juist zo onzichtbaar mogelijk gedragen. Een (tijdelijk) onderkomen, een vrijplaats, om deze mensen een collectieve plek te geven waar ze de tussentijd overbruggen. Een verstopplaats waar tot rust gekomen kan worden van het opgejaagde bestaan en waar plaats is om te hopen en dromen. En een plek om juist zichtbaar te zijn, waar gewerkt kan worden om in de eerste levensbehoeften te voorzien; om zelfvoorzienend te zijn in plaats van afhankelijk te zijn van steun - niet alleen financieel, ook psychologisch is werk een belangrijke levensbehoefte.

Midden in het leven worden deze mensen passief gemaakt, terwijl ze genoeg te bieden hebben. Deze mensen zijn er theoretisch niet, laat staan dat ze iets mogen doen. Maar ik maak een plek waar ze juist kunnen doen waar ze goed in zijn en zich kunnen ontplooien. Eén waar ze dit aanbieden aan de stad, aan "ons", om zo hun levensonderhoud te "verdienen". En dit zal, typisch Nederlands, gedoogd worden. De uitdaging is om de tegenstrijdige belangen en de ruimtelijke manifestatie hiervan in één gebouw te verenigen, in een nieuwe typologie.

Mijn werkwijze laveert tussen intuïtief en concreet, de uitkomst tussen verhalend en abstract. Zoals dit project gaat over "de vreemde ander", zoek ik ook in het ontwerpen naar het mij onbekende; ik wil mezelf verrassen, iets maken wat ik nog niet ken.'

Commissieleden: Gianni Cito (mentor), Frank Havermans, Paul Toornend. Toegevoegde leden t.b.v. het examen: Micha de Haas, Judith Kopershoek.

Terug naar lijst
Delen