Het afgelopen anderhalf jaar heeft de Academie van Bouwkunst drie accreditaties succesvol afgerond. Deze accreditaties vinden ieder eens in de zes jaar plaats. In november 2019 vond een onderzoeksvisitatie plaats namens de Commissie Evaluatie Kwaliteit Onderzoek (CEKO) van de Vereniging Hogescholen. Het visitatiepanel beoordeelde daarbij het onderzoek van de drie lectoraten architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur als ‘excellent’. Het panel noemde de onderzoeksprogramma’s van de lectoraten ‘zeer ambitieus, relevant en geëngageerd, gevoed door en gericht op urgente maatschappelijke thema’s die betrekking hebben op de drie disciplines.’ Ook stelden zij vast dat ‘door de kwaliteit en aard van de verschillende onderzoeksprojecten de onderzoeksgroepen in staat zijn om op zeer productieve wijze bij te dragen aan urgente opgaven en vraagstukken die van groot belang zijn voor de samenleving.’
In november 2020 vond een gecombineerde visitatie plaats in het kader van de onderwijsaccreditatie van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en de accreditatie internationalisering door het European Consortium for Accreditation in higher education (ECA). In het rapport van de onderwijsaccreditatie schreef het panel onder de indruk te zijn ‘van de manier waarop de Academie haar profiel is blijven ontwikkelen: een duidelijk gevormde visie op de drie disciplines, een interdisciplinaire onderwijsopzet, sterk geïntegreerd onderzoek, en de positionering als een Nederlandse onderwijsorganisatie die zich richt op de internationale context van de disciplines.’ Het panel had ‘hoge waardering voor de toetsmethode’ en vond de afstudeerontwerpen van ‘hoge kwaliteit.’
In het rapport van de accreditatie internationalisering schreef het panel dat de Academie ‘een robuust raamwerk heeft ontwikkeld waarmee de internationale aspecten van de drie masteropleidingen verder kunnen worden ontwikkeld.’ Ook stelde het panel vast ‘dat alle studenten van de drie masterprogramma's – onafhankelijk van hun nationaliteit of discipline – uitgebreide internationale en interculturele ervaringen opdoen, zowel in het buitenland als in eigen land.’ Met de aanbevelingen van de onderzoeks-, en onderwijsaccreditatie en de accreditatie internationalisering gaat de Academie de komende periode aan de slag.
The committee is impressed by the way in which the Academy has continued to develop its profile a specific view on the disciplines, a common programme structure, strong integrated research, positioning as a Dutch organisation focusing on the international context of the disciplines. The committee thinks highly of the course assessment method. The final projects demonstrate that the three programmes are of high quality.
The Academy has developed a robust framework to enhance the internationalisation aspects of its three master programmes. All students – irrespective of nationality or discipline – can rely on a range of relevant services that facilitate their study period.