IM: Jan Pieter Penders

Gepubliceerd op

Bij het verlaten van de Dojo, een oefenzaal voor Japanse zelfverdedigingskunsten, wordt een afscheidsritueel gevolgd. De leerling kondigt zijn vertrek aan door in zijn handen te klappen en ‘Kinasta Onegai-shimasu’ te roepen.

Bij het verlaten van de Dojo, een oefenzaal voor Japanse zelfverdedigingskunsten, wordt een afscheidsritueel gevolgd. De leerling kondigt zijn vertrek aan door in zijn handen te klappen en ‘Kinasta Onegai-shimasu’ te roepen. 

Jan Pieter hield van rituelen en zijn reis naar Japan was dan ook meer dan een voorbereiding op zijn afstuderen. Hij bestudeert en beoefent zijn geliefde sport en beschouwt dit als onderdeel van zijn training als toekomstig architect. Jan Pieter beweegt zich door de ruimte, met geconcentreerde kracht en gefocuste blik. De Dojo is ‘de plek waar hij de weg leert’, op de mat, op school, op ontdekkingsreis en in het alledaagse leven. Jan Pieters passie voor Japanse zelfverdedigingssport en architectuur zijn onlosmakend met elkaar verweven.

Rituelen van thuiskomen en weggaan spelen een grote rol in de aanpak en opzet van Jan Pieters afstudeerontwerp voor een politiebureau. Bij het ontwerpen van het gebouw tast hij keer op keer de ruimte af. Hij ontwerpt ruimten voor aankomen en vertrekken, ruimten die daar tussen zitten, begrenzingen, en ruimte voor de tussentijd. Zijn ontwerpbenadering resulteert in een authentiek en uitzonderlijk afstudeerproject. Een ruimtelijk bouwwerk dat op alle schaalniveaus de rituelen van aankomen en weggaan op een architectonische wijze beleefbaar maakt. In juli 2012 verkrijgt Jan Pieter de architectentitel aan de Academie van Bouwkunst als een echte Sempai, een meester.

De Academiegemeenschap zal zich Jan Pieter blijven herinneren als de grote man met de grote lach die veel te vroeg de Dojo heeft verlaten.

Namens de Academie van Bouwkunst Amsterdam,

Machiel Spaan en Elsbeth Falk

Delen